De stenen linde

Van oudsher stond er een linde op het dorpsplein met aan haar voet een gemetselde stenen bak, ze werd daarom “De Stenen Linde” genoemd. In het landmeterboek van 1658 is daar een afbeelding van.

De Heemkring heeft er zijn naam aan ontleend.

Landmeterboek van Schellebelle en Wanzele, 1658. Plaetse (fol. 118).

EEN HEILIGE BOOM.

Volgens de Germaanse mythologie staat in het midden van de wereld een oerboom, die met zijn wortels de aarde en met zijn kruin de wereld omspant. Deze kosmische boom, die zowel met de hemel als met de onderwereld in verbinding staat, is de bron van alle leven. Langs zijn kruin dalen de goden naar de aarde. Aan zijn voet huizen de drie schikgodinnen om te oordelen over goed en kwaad, over verleden, heden en toekomst.

Dit kosmische principe passen de Franken ook toe voor de kleinere levensgemeenschappen, de dorpen die een wereld op zichzelf vormen. Zo staat in het midden van hun dorpsplein (de offerplaats bij de Noormannen) de heilige boom, als beschermboom van de hele dorpsgemeenschap, als symbolische ordening van hun wereld.

In Oost- en West-Vlaanderen en in Henegouwen betreft het meestal een lindeboom. Ook de enige vrouwelijke boom in ons taalgebruik - allicht nog een verwijzing naar de schikgodinnen - en later dé Mariaboom bij uitstek.

In de Kempen en in Duitsland is het meestal een eik en in de Scandinavische landen een es.

Deze dorpsboom geniet dan ook bijzondere bescherming. Er mag niet aan geraakt worden en de Schellebellenaren waren daarin dan ook zeer duidelijk: om hun Linde te beschermen hebben ze er een stenen bak rond gemetseld.

 

OOK EEN RECHTSBOOM.

Onder de dorpsboom werd vroeger recht gesproken waardoor men deze soms ook rechtsboom noemt. Opgelegde straffen werden destijds onmiddellijk uitgevoerd. Zo liep er meestal een weg van aan de boom recht naar de galg. Ook bij ons was dit het geval. De galg stond op het einde van de huidige Hoge Landweg, aan de Schelde. Zo was voor iedereen, die op de stroom voer, duidelijk te zien dat hier de orde gehandhaafd werd.

 

DE HEKSENSAGE.

Aan “De Stenen Linde” is ook een heksensage verbonden:

Elke vrijdagnacht, bij de twaalfde klokslag, kwamen van uren in ‘t ronde de heksen hier naartoe gevlogen. Ze zetten hun bezem tegen de boom en sprongen en dansten van jewelste. Ze maakten een lawaai zoals katten die miauwden, zodat de mensen op het Dorp allemaal wakker werden. Van degene die durfde komen kijken werden de ogen uitgestoken zodat hij of zij blind was. Op klokslag één uur werd het weer stil rond de boom.

 

DE PLAATS IN HET DORPSLEVEN.

De “Stenen Linde” had een zeer belangrijke plaats in het Schellebelse dorpsleven.

Bij feestelijke gebeurtenissen, zoals de Potjesmarkt, was het vertier rond die boom veel groter dan op andere plaatsen op het dorpsplein. Handelaars maakten ruzie om er de beste plek te bemachtigen. Daarom werden de standplaatsen rond de boom afzonderlijk verpacht aan de meest biedende, ook voor de dieren die daar in de nabijheid te koop opgesteld werden, moest een bijkomend standgeld betaald worden, dat de “Tol” werd genoemd. Dit was een typisch Schellebelse belasting en kwam, bij mijn weten, nergens anders voor.

Handboek van Kerkgoederen, 1686. (PAR 274 / 1). Bladzijde 15

 

Voorts competeert aende kercke
t’recht vanden reep die jaerelijcx
ghespannen wort op de jaeremerckt
vande peerden die daeranne gebon(den)
worden tot vijf grooten van
ider peert, ende van elck craem
dat daer ghestelt wort eene
groote, ende oock wort de
steenen linde jaerelijcx verpacht
opde jaeremerct tsij om bier
te tappen ofte anderssins, twelc
sij oock proffiteert, ende oock
paert inden thol diemen heft op
de bestialen die aldaer te marct
commen                        m(emori)e

Verder komt de kerk het recht van de reep toe, die jaarlijks op de jaarmarkt gespannen wordt, ten bedrage van vijf groten voor elk paard dat er aan vastgebonden wordt en een grote voor elk kraam dat daar opgesteld wordt.

En ook wordt de stenen linde jaarlijks verpacht op de jaarmarkt hetzij om bier te tappen of iets anders wat ook aan de kerk ten goede komt.

 Ook krijgt ze een deel van de tol die men heft op de dieren die daar op de markt staan.

                                              ter herinnering 

 

De tol werd geïnd door de heer van Schellebelle en het derde kwam aan de Kerk toe. In 1772 was dit zestien schelling en zes deniers. De verpachting van ‘De Stenen Linde’ bracht toen drie schelling op: item ontfangen van den / heere greffier als ontfanger / van sijn Ex(cellenti)e heere marcquis / de lede somme van sesthien / schel(lingen) ses deniers over het derde van / den tol op de jaer mercqt van / het jaer 1772 dus  0.16.0.6 /  (…) item over de verpachtinge / vande steene linde  0.3.0.0. (75198).                      

 

EEN DORPSBOOM.

Tijdens de Franse overheersing (1792-1815) werd elke gemeente verplicht om een dorpsboom te planten als symbool van de verworven vrijheid na het Feodale Tijdperk. Toen de Fransen voorgoed weg waren werden vrijwel al deze bomen - die aan die hatelijke Franse Tijd herinnerden - omgehakt.

Op 13 mei 1823 werden hier eenige Lindeboomen op het dorpsplein openbaar verkocht voor 123 gulden. De bomen moesten binnen de drie maanden verwijderd zijn. Van een boom met enig belang is er hierbij geen sprake. Indien “De Stenen Linde” al niet vroeger omgehakt was, dan was ze er nu zeker bij (75184).

Op initiatief van de Heemkring werd op 4 april 1976 de dorpslinde opnieuw aangeplant en plechtig ingezegend, om na de gedwongen fusie van 1977 de eigenheid van Schellebelle als zelfstandige gemeente in herinnering te laten voortleven.



“De Stenen Linde”, anno 2014.


Deel deze informatie: