Theodoor van Roosendael, een Antwerps koopman, kocht op 13 augustus 1683 het kasteel van Schellebelle en de heerlijkheid Schellebelle-Wanzele - voor de som van 34.000 gulden - van Willem Adriaen Franchois D’Arschot de Rivière, baron Van Houffalize en zoon van Isabelle Bette. (75004).
Dit was blijkbaar niet naar de zin van Dorothea de Croy-Solre, weduwe van Ambroise Bette en markiezin van Lede. Ten voordele van haar minderjarige zoon, Jan Frans Nicolaas Bette, roept zij het recht van naerhede in (het recht van een rechtstreekse afstammeling om zijn erfdeel op te eisen). Er komt een proces en de verkoop wordt ongedaan gemaakt.
Op 8 december 1687 doet Dorothea de Croy, haar blijde herintrede in ons dorp (75000).
Tijdens zijn kort beheer heeft Theodoor hier nochtans sporen nagelaten. Aan Jacobus de Smet, paardenhoefsmid en peerdemeester (veearts) te Borgerhout gaf hij de opdracht om een “Peerdemeesterboek” te schrijven.
In 1685 verschijnt het boek: “Den Lusthof van het Cureren der Peerden” en het is opgedragen:
Het is één van de eerste veeartsenijboeken in de Nederlandse taal, het werd meermaals herdrukt.
Er is wel twijfel over de eerste verschijningsdatum, ook 1680 wordt vermeld en toen was Van Roosendael nog niet de heer van Schellebelle. Mogelijks werd bij een volgende uitgave de opdracht aangepast.
Schellebelle heeft iets met paarden. Onze paardenjaarmarkt en bijhorende potjesmarkt dateert van vóór 1558, dan staat ze - in het gezelschap van Delft en Aalst - al vermeld in de almanak van Rembert Dodoens.
Niet te verwonderen dat er bedreven peerdemeesters, waaronder Jacobus (Koben) de Smet, zijn boek aan de toenmalige heer van Schellebelle opdroeg.
De Heemkring ging akkoord om voor die man, die groot was in zijn tijd, een reus te maken met de toepasselijke naam: KOBEN DE PEERDEMEESTER. Tevens wil de Heemkring hierbij de destijds beroemde paardenjaarmarkt van Schellebelle in herinnering houden.
Het hoofd en het onderstel werd gemaakt door Dolf Temmerman, de kleren door Rita Van der Eecken.
Op 26 augustus 1978 werd Koben op het gemeentehuis ontvangen en in het bevolkingsregister bijgeschreven. Als peter trad Guy Uyttenhove op en Rita Van der Eecken was meter. Tevens werd op die dag aan Koben octrooi verleend om rond te gaan en op straat te dansen.