Nis-kapelletje Sint-Antonius, Bruinbeke

NIS-KAPELLETJE BRUINBEEKSTRAAT HUIS NR 25 

Enigszins verscholen, in de zijgevel van het huis in de Bruinbeekstraat is een nis-kapelletje ter ere van Sint-Antonius ingewerkt. 

Het werd na WO II geplaatst uit dankbaarheid voor de veilige terugkeer van drie zonen, Robert, Gentiel en Georges die bij het begin van de oorlog gemobiliseerd waren.


Onderstaand verhaal werd op 16 november 1976 verteld door Blanche De Smet. 

De teksten tussen haakjes zijn bijgevoegd. 

“In 1940, toen het leger de reservesoldaten mobiliseerde werden onze Robert, geboren in 1909, en Gentiel, geboren in 1914, opgeroepen. 

Later wanneer de oorlog in alle hevigheid losbrak, werd ook onze Georges, geboren in 1907, opgeroepen en naar het Albertkanaal gestuurd om het vaderland te verdedigen. 

Onze Richard, geboren in 1900, werd hier in de gemeenteschool gekazerneerd bij de burgerwacht. 

Onze Firmin, geboren in 1912, stond met zijn valies gereed om met den enen of anderen mee te trekken (vluchten) hetgeen ik hem ten zeerste afraadde; en zo is hij niet weggeraakt. Hij zegt nu nog: "’t Was ons Blanche haar fout dat ik niet op den dool geraakt ben.” 

Ons gezin bestond uit vader Polydoor De Smet, geboren te Serskamp in 1866, echtgenoot van Camilla Kuppens. Hij overleed te Schellebelle op woensdag 11 juli 1941. 

Mijn moeder werd geboren op 28 februari 1874 en overleed te Schellebelle op 10 april 1943. 

Ze hadden vijf zonen en twee dochters.


Onze ouders beloofden dat, indien hun zonen goed en gezond uit de oorlog mochten terugkeren, ze een gift zouden doen aan de Patersgemeenschap van de Artoisstraat (Brussel) en hier een kapelletje ter ere van de Heilige Antonius zouden bouwen. 

De paterkes waren de naaste buren van mijn broer Robert. ‘t Is te zeggen, onze Robert had samen met zijn zuster Leonne een beenhouwerij op de Anneessensplaats te Brussel, welke hij voor rekening van onze ouders uitbaatte. Die paterkes waren dagelijkse bezoekers of klanten, want ze verkeerden veel in nood. 

Ja, ik meen, op 28 mei was de vrede getekend (capitulatie van het Belgisch leger) en de donderdag nadien ben ik naar Wetteren twee biggens gaan kopen. Daar op de markt was veel angst en rumoer; het scheen dat de Duitsers afzakten. 

Als ik terug kwam waren er op de weg twee sukkelaars van soldaten op de vlucht naar huis. 

Als ik thuis kwam en dit nieuws aan mijn ouders vertelde, leefden we allen in afwachting en waarlijk binnen de twee uur waren onze drie broers terug thuis. 

Onze oudsten en gans de burgerwacht waren al gelost (alleen beroepssoldaten werden krijgsgevangen gehouden). 

Ziedaar de gegevens naar waarheid. 

Onze ouders hebben hun gegeven woord en belofte gestand gehouden. Ten dien tijde waren er geen woordbrekers”.


Deel deze informatie: