In de Bruinbeekstraat aan de hoek met de Roelandtstraat, aan huisnummer 35 is een klein kapelletje aangebouwd.
Waar de woning nu staat was er vroeger een boerderij met stal. De Roelandtstraat was vroeger zeer smal en de stal stond voor een groot gedeelte op wat nu de straat is. Bij de heraanleg van de Bruinbeekstraat in 1952 werd ook de Roelandtstraat aangepakt. De straat werd verbreed en de stal werd afgebroken.
In die stal was een kapelletje ingewerkt.
De reden waarom het werd geplaatst is onbekend evenals het bouwjaar. Tussen 1890 en 1895 bestond het al maar de boerderij was waarschijnlijk veel ouder. De opeenvolgende eigenaars waren voor zover men weet: De Smet Renatus, die de boerderij kocht, daarna zijn zoon Raffaël en nu diens dochter Linda. In de tijd van Raffaël bestond de stal en het originele kapelletje nog.
In de stal lagen ook bolpleinen waar men kon krul- en gerrebollen.
Bij de afbraak van de stal werd het kapelletje naar de zijgevel van het huis verplaatst waar het werd aangebouwd.
In de loop der jaren werd het verschillende keren aangereden, maar telkens hersteld.
Het kapelletje is toegewijd aan “Het kindje Jezus van Praag”.
In oorsprong is dit een klein wassen beeldje van 47 cm hoog, afkomstig uit Spanje, dat in bezit kwam van Teresia van Avila, stichteres van de Ongeschoeide Karmelietessen.
In 1556 werd het als huwelijkscadeau geschonken aan hertogin Maria Manrique de Lara. Haar dochter schonk het, in 1628, op haar beurt terug aan het Praagse karmelietenklooster waar het sindsdien in de Maria Victoriakerk te pronken staat.